Werken in de kinderopvang is in de loop der jaren flink veranderd. Daar waar het tientallen jaren geleden vooral verzorgen van- en spelen met- kinderen inhield, is de kinderopvang in de loop der jaren flink ontwikkeld. Samen met ouders dragen wij bij in de ontwikkeling van het kind en hierbij komen ook (wettelijk bepaalde) richtlijnen en regelgevingen bij kijken. Veel mensen hebben mede hierdoor besloten te stoppen met het werk in de Kinderopvang. Er is op dit moment een hoge werkdruk en medewerkers willen bezig zijn met kinderen en niet met de regeltjes, administratieve taken en kunnen ook niet aan alle gestelde eisen voldoen. Denk hierbij aan de verplichte taaltoets op 3F niveau (per 2025) of een verplichte scholing op het gebied van VVE.
Tóch zijn er mensen die gelukkig nog steeds kiezen voor een baan in de kinderopvang. En dat kunnen wij als organisatie alleen maar toejuichen! We willen laten zien dat het niet de werkdruk is die een stempel op het het werken met kinderen zet, maar het werkplezier. Dit werkplezier hebben we zelf in de hand, en dat lijken we soms te vergeten. Laten we een ochtend schetsen uit het werk als pedagogisch medewerker:
Om 6.30 uur gaat je wekker. Vandaag draai je een vroege dienst en begin je om 7.30 uur bij de Peutergroep. Eenmaal daar aangekomen ontvang je het eerste kindje al snel. Je weet dat het bezig was met zindelijkheidstraining en herinnert je om moeder hiernaar te vragen. Ze is deze nacht droog gebleven! Super knap! Samen kiezen jullie een sticker uit voor de peuter. Als alle kinderen binnen zijn ga je in het kringetje. Je ziet dat het zonnetje buiten al lekker schijnt en besluit om het kringetje voor de verandering eens buiten te doen. De dagritmekaarten kunnen gewoon mee. Je collega kijkt je vreemd aan: ‘We ”moeten” toch op de matjes in de kring?’ vraagt ze. Jij besluit dat het voor jullie en de kinderen meer plezier brengt als je naar buiten gaat. Na het kringetje is er tijd voor een VVE activiteit. Er staat iets op de planning, maar het feit dat je nu buiten bent, leent zich eigenlijk beter voor een andere activiteit. In overleg met elkaar besluiten jij en je collega iets anders te doen. Wel binnen het ontwikkelgebied wat je vandaag zou behandelen met de kinderen. Twéé vliegen in een klap dus! Een activiteit die je beter past, en daarbij toch de ‘verplichte’ VVE activiteit. Na de activiteit zijn de kinderen heerlijk aan het spelen. Je ziet ruimte om de tablet te pakken voor een korte observatie in Kijk! Je collega houdt zich met het rollenspel van de peuter bezig. Na het heerlijke ochtendje buiten gaan jullie boterhammen eten. De kinderen mogen zelf hun brood smeren van je. Je kunt dan meteen kijken of Siep zijn mesje nu wel juist vasthoudt. En het is gelukt! Vol trots hoor je Siep: ‘Kijk juf! Ik kan mijn mes vasthouden!’ De uitleg die je hem gisteren gaf is blijven hangen. Je maakt een korte opmerking op de daglijst zodat je dit later in Kijk! kunt noteren en het aan ouders kunt vertellen bij de overdracht. Je laat ouders graag weten dat hun kind gezien is.
Bovenstaande geeft aan dat je soms je planning best iets kunt ombuigen als dit voor jou betekent dat je meer (plezier) uit je werk haalt. We hopen dat meer PM-ers gaan focussen op wat hen plezier brengt in plaats van wat de werkdruk geeft. Op dit laatste hebben we helaas als PM-er niet altijd invloed. Op werkplezier wél!
Een pedagogisch medewerker ontvangt helaas nog steeds niet altijd de erkenning of waardering die hij/zij eigenlijk zou verdienen vanuit overheid of zelfs ouders.
‘Een luier verschonen en wat blokjes bouwen is toch niet zo moeilijk‘, horen we wel eens terug. Men ziet het vaak als simpel werk. ‘Daar is toch geen opleiding voor nodig?’
Waarom zouden we het dan allemaal nog doen? We doen het voor de kinderen. De passie, de creativiteit, het enthousiasme, de liefde, de spontaniteit. Er is zoveel te geven aan kinderen en zij geven ons zoveel terug. Zij zijn tevens de toekomst. Een waar wij allemaal aan willen bijdragen. Dat wil jij toch ook?